Zorgt AI voor een muzikaal hiernamaals?
In de entertainmentwereld is AI niet langer sciencefiction; het biedt nu oplossingen waarmee we geliefde kunstvormen kunnen bewaren. Neem bijvoorbeeld de recente kinderfilm “Dikkie Dik, en de verdwenen knuffel” die deels met behulp van AI is voltooid. Nadat Burny Bos, de geliefde stem van de verteller, was overleden voordat de film af was. Een vergelijkbare ontwikkeling hebben we gezien in de muziekindustrie: Het nummer “Now and Then” van de Beatles dat deels rond 1977 al door John Lennon was opgenomen is verder is afgewerkt met behulp van AI en in november 2023 uitgebracht. Dit nummer heeft nu zelfs een Grammy-nominatie gekregen.
Dit roept natuurlijk vragen op. Hoe kan een machine een kunstvorm als muziek, die zo persoonlijk en emotioneel is, ‘afmaken’? AI is getraind om te leren van bestaande muziekstukken, waardoor het in staat is om de stijl en klank van een band te herkennen en toe te passen. Deze mix van technologie en kunst kan duidelijk leiden tot muzikaal succes en is daardoor uiteraard erg interessant. Daarnaast kan het er dus voor zorgen dat er na het overlijden van originele artiesten nog muziek met dezelfde muzikale stijl en dezelfde vocalen kan worden gecreëerd.
Dit raakt ook aan belangrijke juridische en ethische vragen. Wie bezit de rechten van een nummer dat deels door een machine is gecreëerd? En wat betekent het voor de muzikale erfenis van artiesten? In dit specifieke geval was de muziek gebaseerd op eerdere werken van John Lennon en afgemaakt met toestemming van de overige nog levende leden van The Beatles. Daarbij hebben de betreffende partijen daarover vast en zeker goede afspraken gemaakt.
Maar hoe zit het met auteursrechten als jij met AI een bestaand muziekwerk afmaakt? Indien de maker van het AI-gedeelte middels de door hem of haar gebruikte prompts kan aantonen dat daarbij creatieve keuzes zijn gemaakt en aldus een oorspronkelijk werk is gemaakt, dan kan deze AI-maker volhouden auteursrechthebbende te zijn op het gedeelte van het betreffende muziekwerk[1].
Voor wat betreft eventuele naburige rechten op de uitvoering van het nieuwe gedeelte van het muziekwerk vrees ik voor de AI-maker dat hij/zij geen naburige rechten als artiest kan ontlenen aan hetgeen hij/zij heeft gemaakt. In de wet op de naburige rechten is immers bepaald dat een uitvoerend kunstenaar een persoon (en derhalve geen computerprogramma) is die bijvoorbeeld een muziekwerk opvoert, zingt of voordraagt.
Wat nog wel zou kunnen is dat de AI-maker het standpunt inneemt dat hij/zij (al dan niet gezamenlijk met de rechthebbende op het computerprogramma) van de opname mede als fonogrammenproducent moet worden aangemerkt. Dit zou betekenen dat de AI-maker tevens aanspraak kan maken op gelden die door SENA worden uitgekeerd. Om als fonogrammenproducent te worden aangemerkt moet volgens de wet op de naburige rechten de AI-maker kort gezegd de eerste opname van de betreffende uitvoering hebben vervaardigd.
Al met al is het inspirerend te zien hoe technologie ons kan helpen om de kunst van de muziek én films te behouden, te vernieuwen of af te maken. Wie weet hoeveel muzikale legendes nog een nieuw “laatste nummer” voor ons in petto hebben – met een beetje hulp van AI.
[1] Zie ook mr. D.H.S. Donk “Hoe ik mijn AI-creatie beschermen” – https://thelegalgroup.nl/2024/06/21/hoe-kan-ik-mijn-ai-creatie-beschermen/