De nare bijsmaak van champagne

Champagne is een beschermde oorsprongsbenaming. In een vorige blog zei ik daar al wat meer over. Deze blog gaat over een paar Champagne-acties. Meer en meer zie je dat er belangenorganisaties achter de geografische aanduidingen zitten of gaan staan. Bij Franse kaas ging het, echt letterlijk, om de “défense de”, en bij champagne is die organisatie het Interprofessioneel Comité voor Champagnewijn (CIVC), dat als “machtig” wordt aangeduid. Op de barricaden dus.

Het Comité Champagne is door de Franse wetgever opgericht om de gemeenschappelijke belangen van de wijnbouwers en de onderhandelaars-producenten van Champagnewijnen te behartigen.

Deze interprofessionele organisatie bevindt zich halverwege de lijn tussen de privésector en de openbare sector. Het is dus een semi-overheidsorganisme.

Bescherming? Waarom?

De bekendheid en het prestige van de naam  “Champagne” wakkeren hebzucht aan en ieder jaar opnieuw wordt de benaming honderden keren onrechtmatig gebruikt. Het is echter zo dat, in tegenstelling tot eenvoudig na te maken merken, de naam “Champagne” het gemeenschappelijke erfgoed vormt van de professionals in de Champagnestreek en voor hen is de verdediging van de benaming van cruciaal belang.

De wijnboeren en wijnhuizen zijn tevens verplicht de consumenten te beschermen tegen producten die onterecht gebruik maken van de bekendheid of de oorsprongsgarantie en de kwaliteit van de naam “Champagne”. Het Champagnecomité en de INAO hebben dus besloten om op juridisch vlak systematisch de strijd aan te binden tegen een ieder die de bekendheid en de identiteit van de naam “Champagne” misbruikt. Ga hier naar de officiële champagne website.

De ratio van de EU bescherming voor geografische en oorsprongsaanduidingen

Ik maak mij er zorgen over dat de ratio van de betreffende EU Verordening meer en meer naar de achtergrond verdwijnt, en dat rechthebbenden op grond van deze Verordening (geen individuen, maar altijd collectieven) de bescherming meer en meer uitbreiden en “naar zich toe trekken”. Geografische aanduidingen zijn gebaseerd op een EU Verordening. Met een reden. Die reden is dat kleine (of grote) lokale producenten hun producten (of diensten) moeten kunnen afschermen tegen onterechte invasies door anderen. Lees: door grote boze imitatoren. Het gaat dan om een uitwerking van het beginsel van “eerlijke mededinging” en alle criteria die we daarvoor (al) kennen. Wat zien we nu bij de kazen (zie dit vorige blog) en bij champagne? Dat die gerechtigden op zo’n EU-bescherming zich zelf gaan gedragen als “grote boze rechthebbenden”! Was en is de EU Verordening daar nu voor bedoeld? Of gaat de bescherming ook hier weer buiten de oorspronkelijke ratio? En is er dus sprake van “averechts recht”? En een vertekening door een semi-overheidsbureau dat met publiek geld procedeert tegen alles en iedereen die in de buurt van champagne komt? Hm, zei Tom Poes. In de beeldvorming wordt vaak aangehaakt bij het hiervoor aangegeven doel van de EU-regeling, en wordt hardnekkig gesproken over “Franse champagneboeren” die ergens tegen opkomen. “Boeren” klinkt altijd zielig en sympathiek. Maar niets is minder waar: het is een agressief optredende semi-overheidsorganisatie die ageert. BigFarming zeg ik dan maar.

Metafoor of icoon

In de titel van dit blog gebruik ik Rolls-Royce gebruikt als een metafoor, een vorm van beeldspraak waarbij er sprake is van een impliciete vergelijking. Er wordt een bepaald beeld gebruikt dat een overeenkomst heeft met wat er werkelijk bedoeld wordt. In dit geval wordt een vergelijking gemaakt tussen de champagne en het automerk, waaraan allerlei associaties vasthangen zoals zeer degelijk, een gevestigde naam, de absolute top enzovoort. In deze vergelijking geldt de naam Rolls-Royce nog als eigennaam. Vergelijkbare voorbeelden, waarbij iets met een bekend merk wordt vergeleken, zijn (bron: taaladvies.net):

  • The Oxford English Dictionary, zeg maar de Van Dale van de Engelse taal.
  • Die lagekostenmaatschappij noemde zichzelf weleens ‘de Aldi van de luchtvaart’.
  • Het Duitse merk SolarWorld staat binnen de branche bekend als de Miele onder de zonnepanelen.
  • FICO Eataly World in Bologna is een gastronomisch Disneyland.

Hetzelfde doet zich voor in combinaties met persoonsnamen, zoals ‘X is de Y van/onder …’, of ‘X is de Vlaamse / Franse / … Y ‘.

  • Johnny Halliday werd door sommigen beschouwd als de Franse Elvis Presley.
  • Zij was de Brigitte Bardot van ons dorp.
  • Dmitri Sjostakovitsj wordt weleens ‘de Beethoven van de twintigste eeuw’ genoemd.
  • Rodrigo Duterte, bijgenaamd ‘de Trump van de Filipijnen’, haalde bijna 40 procent van de stemmen.

Ook andere eigennamen (namen van plaatsen, monumenten, gebouwen enzovoort), die als iconisch voorbeeld gelden, kunnen in zulke vergelijkingen gebruikt worden.

  • De Petřín-uitkijktoren lijkt wel de Praagse Eiffeltoren.
  • Brugge wordt niet voor niets het Venetië van het Noorden genoemd.

Denken en uitingen in metaforen of iconen horen thuis in het publiek domein. Dat tegengaan of “verbieden” is meer censuur dan IE.

Bij een ruime of te ruime beschermingsomvng van IE-rechten zie je een grensoverschrijding met de ruimte van het publiek domein. Dat publiek domein wordt daardoor dus kleiner. En het is (voor mij) steeds weer de vraag of dat terecht gebeurt. Het auteursrecht heeft wel een vrijstelling voor een parodie en een pastiche, maar niet voor een icoon of een metafoor. Het merkenrecht strekt zich uit tot allerlei vormen van “gebruik” van het merk. Daar geldt eigenlijk nauwelijks een inhoudelijke grens. Het BVIE kent als vermaledijde 4e inbreukcriterium “Elk ander gebruik”, dat zelfs niet beperkt is tot het “economisch verkeer”. En informatief gebruik is behoorlijk ingeperkt. Voor mij is gebruik bij wijze van icoon of metafoor ook “informatief”.  Zulk gebruik tegengaan is en blijft voor mij eigenlijk meer censuur dan IE. Averechts recht.

Salami au champagne mag niet

Een al weer wat ouder Belgisch voorbeeld uit de rechtspraak over het (vermeendelijk) aanhaken bij de reputatie van champagne. De verwerende partij S.A.A. had een soort salami uitgebracht in de vorm van een champagnefles. De verweerder gebruikte in een reclameboodschap ook een afbeelding van een champagneglas gevuld met een bruisende vloeistof die naast de salami wordt geplaatst. Rond de hals van de in een champagnefles gevormde salami hangt een etiket waar “Salami au Champagne” op staat. Op de salami zelf wordt ook nog een etiket geplakt met de vermelding “Certificat d’origine” en “Salami au Champagne”. De voorzitter van de rechtbank van koophandel te Nijvel oordeelde dat de vorm van de salami een parasitaire aanhaking was bij de reputatie van champagne en bijgevolg strijdig is met de eerlijke handelspraktijken. Daarnaast was de voorzitter ook van oordeel dat de vermelding “Salami au Champagne” misleidend kon zijn met betrekking tot de oorsprong van het product. (bron: Kh. Nijvel 2 juni 2000, AJT 1994-95, 335, noot P. DE VROEDE).

ChampagneCharly mag niet als merk

Zo vroeg een bedrijf uit Luxemburg de merknaam ChampagneCharly aan voor wijn. Op grond van de beschermde geografische aanduiding diende de CIVC een oppositie in en voerde aan dat hier, op grond van de regels van Verordening Geografische Aanduidingen, misbruik werd gemaakt van de benaming Champagne doordat er ongerechtvaardigd werd meegelift op de reputatie ervan. Het Europese merkenbureau gaf CIVC op alle fronten gelijk en zo werd de merknaam onherroepelijk afgewezen. Weg merk en weg plannen. (bron: ONEL trademarks, 2016)  Of bij deze merkaanvrage ook een rol speelde dat Champagne Charlie de bijnaam van Charles Heidsiek is vertelt het verhaal niet.

Een champagne-sorbet van Aldi mag wel

In december 2017 beslist het Europese Hof van Justitie dat supermarktketen Aldi met haar product ‘champagnesorbet’ niet onrechtmatig profiteert van de beschermde oorsprongsbenaming ‘champagne’. Althans: zolang er champagne in de sorbet zit en de sorbet (ook echt) naar champagne smaakt. Het zijn vrolijke criteria van het HvJEU. Deze champagnezaak werd al in 2012 in Duitsland aangespannen door het Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne (CIVC). Het semi-overheidsbureau vond dat de budgetketen met het ijs meevaart op de prestige van hun product. Niet dus.

Dit is wel een enigszins typische zaak op grond van de BOB-Verordening, omdat er eigenlijk geen sprake is van “optreden tegen namaak” of optreden tegen “een andere geografische locatie”.

Nog meer champagnes die niet mochten (met dank aan Bast Kist)


Brouwerij Homeland zijn geweest toen het in december 2020 het biertje Volkschampagne introduceerde. Maar zo snel als het biertje kwam is het ook weer verdwenen: problemen met de echte Champagne. Homeland is beslist niet het eerste bedrijf dat voor het CIVC  moet wijken. Zo kreeg Unilever het in 2010 aan de stok met de Fransen toen het ter gelegenheid van het 70 jarig bestaan van het merk Andrélon een zogenaamde Champagne shampoo introduceerde. Op last de rechter moest Unilever de shampoo-flessen uit de winkel halen. En ook de merken Champothèque en ChamPaws (voor hondenchampagne!!) kregen geen Europese merkregistratie.

Zwitsers dorp Champagne mag dorpsnaam niet gebruiken voor eigen wijn

Naast de wereldberoemde bubbeltjes van de Franse Champagne-streek bestaat er ook een gelijknamig dorp nabij het meer van Neuchâtel in het Zwitserse kanton Vaud. Daar maken ze ook wijn op 28 hectaren, zij het dan gewone stille wijnen zonder belletjes. Dat mag uiteraard, maar de Zwitserse wijnproducenten eisen al jaren dat ze de naam van hun dorp mogen gebruiken als oorsprongsbenaming. Begin dit jaar had de lokale regering van het kanton Vaud hen de toestemming gegeven om de gecontroleerde oorsprongsbenaming (of AOC) “Commune de Champagne” te gebruiken. Volgens de Zwitsers gaat het hier om een totaal andere soort wijn dan de meer bekende en parelende Franse variant en is er geen verwarring mogelijk bij de consument.

De Franse concurrenten zien dat anders. Het fameuze Franse semi-overheidsbureau maakte de zaak aanhangig bij het grondwettelijk hof van het Zwitserse kanton Vaud en dat heeft hen op 1 april 2021 gelijk gegeven. Volgens de rechter is de beslissing van de kantonsregering van Vaud in strijd met bilaterale verdragen tussen Zwitserland en de Europese Unie over de bescherming van oorsprongsbenamingen. Want de Verordening zelf geldt natuurlijk niet in Zwitserland, als niet EU-land.

Dat champagne uit Spanje Cava heet, en champagne uit Italië Prosecco (deels zelfde druif en zelfde methode) is tot daaraan toe. Maar dat een mousserende wijn uit Champagne, Vaud geen champagne mag heten ….

Geheel terzijde (1) – Wat te denken van Franse steun voor wijn- en fruitboeren?

De Franse regering gaat voor een miljard euro eenmalige steun uitkeren aan de wijnboeren en fruitkwekers. Dat heeft premier Jean Castex aangekondigd tijdens een bezoek aan wijnbouwers in het departement Hérault in de Languedoc. De Franse wijn- en fruitteelt is zwaar getroffen door de recente vorstperiodes en tot een derde van de verwachte wijnoogst zou vernietigd zijn. De Franse wijnsector had al eerder te lijden onder invoertarieven van voormalig VS-president Donald Trump en door lockdowns vanwege de coronacrisis.

In een mededingings-setting moeten hier vragen over al dan niet terechte staatssteun worden gesteld. Ten aanzien van Franse geografische beschermingsregiems, dus op basis van de EU-Verordening aangevraagd en verleend met tussenkomst van de overheid zelf, klemt dat des te meer. Met een semi-overheidsinstantie als belangenbehartiger. Who pays the ferryman? Of vinden we het normaal dat Franse staatssteun gaat naar champagne, en dat een Frans semi-overheidsbureau (Franse spelling) vervolgens optreedt tegen niet gesubsidieerde andere private producenten? En dat behoorlijk consistent en agressief doet. Voor mij ligt daar een verband. Een negatief verband. Een heel erg negatief verband. Vanuit een mededingingsrechtelijk perspectief.

Geheel terzijde (2) – Weet u trouwens waar Noordwijk ligt?

Wat te doen met de EU-geregistreerde specialiteit uit Noordwijk (de zgn. Noordwieker eierbal)? Weet u waar Noordwijk ligt? Juist ja. Voor alle zekerheid: is een klein dorp in het zuiden van de gemeente Westerkwartier in de provincie Groningen (Nederland). Het dorp ligt een paar kilometer ten noorden van het dorp Marum, aan de weg naar Grootegast. Zoals u weet is de typische Groningse eierbal opgenomen in de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed. En wat nu wanneer in Noordwijk-aan-zee eenzelfde of vergelijkbare specialiteit (eierbal of frietei) wordt gemaakt? Mag dat dan ineens niet onder de naam Noordwijk-aan-zee, omdat die “doet denken aan” Noordwijk? Of omdat er een oorsprongsverwarring dreigt? En wie bepaalt dat dan? En welk bewijs moet ervoor worden geleverd? Door wie? En bijt de zgn. bescherming dan niet in haar eigen staart? Averechts recht. Blogger boos. Scriptie gevraagd ….