Ook in spoedgevallen
jouw New Legal partner.
Spoednummer: 06-51 94 11 54
TLG – Kantoor AMSTERDAM

TLG – Kantoor AMSTERDAM

De Lairessestraat 107
1071 NX Amsterdam

TLG – Kantoor Den Haag

TLG – Kantoor Den Haag

Badhuisweg 84
2587 CL Den Haag

TLG – Kantoor Rotterdam

TLG – Kantoor Rotterdam

Veerkade 1
3016 DE Rotterdam

Auteur: Donna Toet Gelezen: 67

Veelvuldig te laat komen: reden voor ontslag op staande voet?

Een werknemer die veelvuldig te laat komt, met als gevolg een planning die in de soep loopt en ergernis bij de collega’s die dit moeten opvangen, is een situatie die veel werkgevers (helaas) zullen herkennen. De vraag die dan vaak wordt gesteld, is: “Mag ik deze werknemer op staande voet ontslaan?” Deze vraag is echter niet te beantwoorden met een simpele ‘ja’ of ‘nee’. In dit blog leg ik uit waarom.

Ontslag op staande voet: ultimum remedium

Het ontslag op staande voet is een ‘ultimum remedium’ binnen het arbeidsrecht, waar niet lichtzinnig toe mag worden overgegaan. Van belang is om eerst vast te stellen in welke mate het te laat komen zich al heeft voorgedaan en hoe de werkgever daarop geacteerd heeft. Is de werknemer al (meermaals) aangesproken op het te laat komen, en is er bijvoorbeeld al een (officiële) waarschuwing gegeven? Is de werknemer daarnaast gewaarschuwd voor de mogelijke gevolgen bij het opnieuw te laat komen? Dit zijn relevante vragen die vooraf beoordeeld moeten worden.

Criteria ontslag op staande voet

Daarnaast dient er getoetst te worden of het veelvuldig te laat komen aangemerkt kan worden als dringende reden en of het ontslag nog onverwijld kan worden verleend onder onverwijlde mededeling.

Met name het vaststellen of er sprake is van een dringende reden (zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren) is én blijft lastig, nu de rechter bij de beoordeling van de vraag of er van een dringende reden sprake is, ook alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking dient te nemen.

Daarbij dient de rechter niet enkel de aard en de ernst van de aan de werknemer verweten gedraging in aanmerking te nemen, maar zullen ook de duur daarvan en de wijze waarop de werknemer de dienstbetrekking heeft vervuld, in de afweging moeten worden betrokken. Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals leeftijd en de gevolgen die een ontslag voor de werknemer zullen hebben.

Recent voorbeeld uit de rechtspraktijk

In de recent gepubliceerde uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant[1] kwam (onder andere) de vraag aan orde of het veelvuldig te laat komen van een medewerker van een kattenpension aangemerkt kon worden als dringende reden voor een ontslag op staande voet. Hoewel werkneemster erkende dat zij meermaals te laat is verschenen, stelt zij dat zij daarop niet eerder is aangesproken en dat haar niet eerder een (officiële) waarschuwing werd gegeven. Nu de ontslagbrief daarin verduidelijking miste, kon de kantonrechter niet vaststellen hoe vaak werkneemster te laat zou zijn verschenen en of werkgever de werkneemster had gewaarschuwd voor de gevolgen als zij weer te laat zou verschijnen op het werk. De kantonrechter komt (mede) hierdoor tot het oordeel dat van een dringende reden geen sprake is en het ontslag op staande voet geen standhoudt.

Boodschap voor werkgevers

Hoewel er ook uitspraken zijn waarin een ontslag op staande voet vanwege het veelvuldig te laat komen van een werknemer wel standhoudt, laat bovenstaande uitspraak zien dat de criteria van het ontslag op staande voet nauw luisteren. Zelfs als een werknemer toegeeft veelvuldig te laat te komen, is er niet per se sprake van een dringende reden. Het is daarom belangrijk om eerst alle omstandigheden in kaart te brengen en af te wegen, alvorens over te gaan tot actie.

Mocht u als werkgever met een dergelijke situatie te maken hebben en hierover advies willen inwinnen, dan kunt u uiteraard vrijblijvend contact met ons opnemen.

[1] Rb. Zeeland-West-Brabant 19 september 2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:6341.