Deze blog schrijf ik naar aanleiding van een artikel in het tijdschrift Computerrecht (2019/2) van mijn Rotterdamse oud-collega’s Helen Gubby en Cees van Noortwijk, samen met Jos Klaus (IE en technologie-advocaat van BarentsKrans). Die publicatie werd voorafgegaan door een blogbericht van Jos Klaus en een masterclass over dit onderwerp in november 2017. Een tweede aanleiding is een aanpassing in de 5e druk van het leerboek Van idee naar IE, waar onder de kop: “Goed idee, lastig IE” een paragraaf over “digitale innovaties” en de inpassing daarvan in het IE-recht is opgenomen. Onderaan dit blogbericht staan links naar een aantal nieuwe en wat oudere bronnen, als ook naar het gehele artikel in Computerrecht.

Digitale innovaties

Digitale innovaties zijn in zekere zin een chronisch probleem voor het intellectuele eigendomsrecht. En dat terwijl dit gebied toch al het nodige abstracte denken vereist. Immers: een “werk” kun je niet zien; een “uitvinding” evenmin. En dat zijn toch echt kernbegrippen in IE.

In twee van deze IE-rechten, te weten het auteursrecht en merkenrecht zijn in de laatste jaren wel gerichte aanpassingen gedaan om de omslag van analoog naar digitaal een beetje in goede banen te leiden. In het auteursrecht is – na een lang en intensief lobby- en wetgevingstraject – op 17 mei 2019 de nieuwe DSM-Richtlijn gepubliceerd. Doel van deze richtlijn is het auteursrecht te moderniseren en aan te passen aan de zogeheten “digitale eengemaakte markt” (de “digital single market”, ofwel DSM). In het merkenrecht is per 1 maart 2019 de zgn. Trademark Reform Package geïmplementeerd in Nederland (in het Benelux Verdrag voor merken en modellen). Eén van de onderdelen daarvan is een uitbreiding van de soorten tekens die een merk kunnen zijn. De eis dat een merk bij inschrijving “grafisch” moet kunnen worden weergegeven is vervallen. Daarmee zijn ook tekens als klanken (klankmerken), patronen (patroonmerken), bewegingen (bewegingsmerken) en multimediale weergaven (multimediamerken) mogelijk geworden. Zulks inclusief de mogelijkheid om digitale bestanden aan te leveren (overigens deels nog in ontwikkeling bij de registratieinstantie(s), in de Benelux het Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE) of in het Engels BOIP (Benelux Office Intellectual Property)).

Het octrooirecht blijft een beetje achter, althans bij ons. Ons octrooirecht “beperkt zich” tot fysieke technologie. Zuiver digitale technologie is niet octrooieerbaar (het octrooirecht ziet geen verschil tussen een algoritme en de tafel van tien). Als er een combinatie te maken valt (een sensor die iets meet; een drone die wordt aangestuurd) dan kan de digitale technologie (soms) weer wel (mede) worden geoctrooieerd.

Veel meer dan in de oude analoge wereld komt het er bij digitale innovaties op aan om strategisch om te gaan met IE-beschermingsregimes. Er is dan ook terecht steeds meer aandacht voor zulke strategieën. Het was altijd al een afzonderlijk hoofdstuk in boven genoemd leerboek (hoofdstuk 6 in de 5e druk). In dat boek bespreken mijn co-auteur en ik ook de verschillende grenzen van zo’n IE strategie, en spreken we over die strategie als over “het spelen met IE-rechten” (par. 6.6). Dat alles wordt in de digitale wereld (en in onze 5e druk!) alleen maar belangrijker.

Bij die meer strategische dan juridische overwegingen hoort ook dat je let op het verkrijgingstraject, in tijd en geld. Het octrooirecht is (ook) wat dit betreft verreweg de zwaarste optie, gevolgd door het merkenrecht. Het auteursrecht is makkelijk: “dat krijg je er gratis bij”.

Het volgende ontleen ik aan de brochure Bescherm uw digitale innovatie van de rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO, mei 2017 alweer; zie hieronder bij Meer informatie).

Auteursrecht Databankenrecht Octrooirecht Merkenrecht Modellenrecht Bedrijfsgeheim
  • Broncode
  • Design
  • Teksten
  • Foto’s
  • Logo’s
  • Lay-outs 

 

Databank met informatie over

  • Huizen
  • 2e hands auto’s
  • weergegevens 

 

Methode van

  • Data compressing
  • Robotbesturing
  • App
  • Computer algoritme
  • 3D-printen
  • Medical imaging
  • Virtual reality bril 
  • Merknamen en logo’s
  • Pictogrammen van apps 

 

 

Esthetisch design van behuizingen van apparaten

 

 

 

  • Broncode
  • Klant-gegevens
  • Versleuteling 

 

 

Als voorbeeld: de juridische bescherming van apps

Gubby, Klaus en Van Noordwijk leiden hun artikel in het tijdschrift Computerrecht als volgt in: apps zijn onmisbaar geworden en vormen vaak een belangrijke asset voor een onderneming. Welke aspecten van apps juridische bescherming kunnen krijgen en welke vorm van intellectuele eigendom daarvoor het meest geëigend is, is echter soms lastig vast te stellen. Met betrekking tot sommige van die aspecten bestaat, op basis van jurisprudentie, inmiddels al enige duidelijkheid. Bepaalde ‘grijze gebieden’ blijven helaas aanwezig.” Enige structuur is geboden en “levert oplossingen voor een optimale en (kosten)efficiënte bescherming vanuit het auteurs-, merken- en modellenrecht.”

De schrijvers bespreken de “meest in het oog springende elementen” van apps: 1. de broncode, 2. de gebruikersinterface (Graphical User Interface of GUI), 3. de bewegingen en transities en 4. de logo’s, pictogrammen en lettertypes. Zij laten in hun artikel het octrooirecht en andere IE-rechten buiten beschouwing. Ik gaf hiervoor al aan waar vooral dat octrooirecht dat immers knelt. Technisch of functioneel bepaalde zaken horen daar echter wel thuis, en worden op verschillende wijzen uitgesloten van bescherming in het auteursrecht, in het merkenrecht en in het modellenrecht.

1. de broncode

Een broncode valt onder de softwarebescherming in het auteursrecht. Dee Auteurswet kent een speciale regeling voor software. Het betreffende Hoofdstuk in de Auteurswet is de implementatie van de EU Richtlijn Softwarebescherming uit 1991. Sinds die implementatie wordt een computerprogramma, in bron- dan wel doelcode, en de daarbij horende voorbereidende werken beschouwd als een werk in de zin van de Berner Conventie en het algemeen auteursrecht. Volgens dat algemene auteursrecht is er alleen een bescherming indien de broncode oorspronkelijk is, in die zin dat het een eigen intellectuele schepping van de auteur is. Bovendien moet er een concrete uitdrukkingswijze zijn gegeven. Immers: ideeën en beginselen die aan enig element van een computerprogramma en dus ook een app ten grondslag liggen, met inbegrip van de ideeën en beginselen die aan de interfaces daarvan ten grondslag liggen, worden niet auteursrechtelijk beschermd.

Voor software, en dus ook voor apps, is er een vermoeden van overdracht van auteursrechten van de werknemer-programmeur aan de werkgever. Er is een aantal bijzondere vermogensrechten op software, en er is een aantal specifieke uitzonderingen en bepalingen speciaal voor software (recht tot decompilatie, reverse engineering, reservekopie, uitputting distributierecht bij eerste gebruik, bewerking en vertaling e.a.).

Gubby cs wijzen in hun artikel op het belang van een gedegen versiebeheer. Dat is niet nodig voor het krijgen van een auteursrecht, maar wel om te bewijzen wanneer de maker die betreffende versie gemaakt had. Dus voor de bewijspositie. Het vastleggen van het bestaan van een bepaalde versie kan door een i-depot bij het BBIE of door een notariële akte.

2. de gebruikersinterface (Graphical User Interface of GUI),

De interface is een essentieel onderdeel van een app. De interface kan worden beschermd door het modellenrecht, het auteursrecht en het merkenrecht.

Het tekeningen- en modellenrecht beschermt de “uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel met een gebruiksfunctie”. Dit IE-recht vereist nieuwheid en een eigen karakter. Die nieuwheid is minder absoluut dan in het octrooirecht. En dat eigen karakter is minder streng dan de oorspronkelijkheids-eis in het auteursrecht. Gubby cs wijzen op de Convergence Manual van het European Trade Mark and Design Network, waarin handige richtlijnen staan die een deposant kunnen helpen bij het optimaliseren van een modelaanvraag. “Door in het register bijvoorbeeld niet een enkele, maar een reeks afbeeldingen te plaatsen, die elkaar opvolgende of alternatieve posities van schermelementen weergeven, of een animatie bij te voegen, kan ook voor een ontwerp met dynamische aspecten de gewenste duidelijkheid worden verkregen.” Doe zo’n depot nooit zelf. Een merken-/modellen gemachtigde of een terzake vaardige advocaat (zeg maar … van TLG) kent de voetangels en klemmen bij depots.

Over auteursrechtelijke bescherming is hierboven al het nodige gezegd. Bij auteursrechtelijke bescherming van een GUI zal het neerkomen op de schikking van de onderdelen en de specifieke configuratie daarvan. Gubby cs trekken een parallel met de auteursrechtelijke beoordeling van (de layout van) een website: “Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat de lay-out van ‘verschillende schermen, tabellen en invulvelden’, kleurgebruik, lettertypes, wijze van uitlijning, afbeelding en andere graphics een rol spelen, evenals het gebruik van vlakverdeling, de plaats van bepaalde tekstblokken en de vormgeving van de boven- en onderzijde van een beeld.”

Het merkenrecht beschermt sinds de Trademark reform Package ook digitale merken. Merken zijn onderscheidingstekens van een onderneming. Een GUI kan dat ook zijn (bijvoorbeeld de Funda huizenapp). Een merk mag niet “te eenvoudig” en niet “te ingewikkeld” zijn. Daar stuit altijd het nodige op af. Doe een merkdepot dan ook niet zelf. Vraag het TLG.

3. de bewegingen en transities

Ook bewegingen en transities kunnen door de drie besproken IE-rechten worden beschermd. Het auteursrecht beschermt ook audiovisuele werken. In het modellenrecht kan ook hier met een animatie gewerkt worden. En in het merkenrecht zijn bewegingsmerken erkend en mogelijk.

4. de logo’s, pictogrammen en lettertypes

Ten aanzien van deze objecten geldt verregaand dat in de digitale wereld verregaand hetzelfde geldt als in de analoge wereld. Logo’s en pictogrammen kunnen worden beschermd als “werken” Lettertypes zijn expliciet in de Auteurswet opgenomen. Het modellenrecht beschermt alle grafische symbolen (die aan de eisen voldoen). In het merkenrecht geldt de algemene eis van “onderscheidend vermogen” natuurlijk ook voor deze objecten.

Wilt u meer of gericht iets weten over hoe om te gaan met uw digitale innovatie, zoals uw app, dan staat TLG altijd voor u klaar met praktische adviezen.

Meer informatie:

Juridische bescherming van “apps”, H. Gubby, J.H.A.M. Klaus & C. van Noortwijk, Computerrecht 2019/2

Moet je jouw app idee beschermen? David van der Loo en Katja Nagelkerke (kennisbank appspecialisten, 23 april 2019)

Optimale en efficiënte IE-bescherming voor smartphone-apps. Jos Klaus, BarentsKrans, 14 maart 2019

Auteursrechten op slimme software en smart apps airecht.nl 2 oktober 2018

Smartphone apps & intellectuele eigendom. Masterclass BarentsKrants 8 november 2017

Bescherm uw digitale innovaties, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, mei 2017

Apps: 10 juridische tips van idee tot realisatie en exploitatie. Louwers advocaten, 15 november 2016

Apps. Enkele juridische aspecten belicht, Susan Slijpen, musicajuridica.nl 9 oktober 2015

Leidraad bij de bescherming van apps. Winfried Horemans, LexGo.be, 26 juli 2013