Deze blog gaat over een uitspraak van het Europese Hof van eind vorig jaar. Daarin werd kort gezegd beslist dat de bescherming voor geografische aanduidingen, tot nu toe namen, zich ook uitstrekt tot een kenmerkende vorm of een kenmerkend uiterlijk. In een volgende blog beschrijf ik een andere uitbreiding van het vormmerk door datzelfde Europese Hof over het LEGO-blokje). Vormbescherming heeft ineens en onverwacht van twee kanten een impuls gekregen. N.m.m. overigens tussen ratio en willekeur.

In deze wat langere blog leg ik eerst de achtergrond van die bescherming van geografische aanduidingen uit. Vervolgens bespreek ik het arrest van het Europese Hof daarover. Aan het slot (paragraaf 5) breng ik de uitbreiding van vormbescherming nog eens bij elkaar. En paragraaf 6 – nou ja …

  1. Achtergronden van de bescherming van geografische aanduidingen
  2. Drie soorten namen
  3. Namen en vormen
  4. HvJEU C-490/19 van 17 december 2020 inzake Morbier kaas
  5. Een vorm als BOA, (vorm)merk of model
  6. Herinnert u zich deze nog? “Ze smelten de kazen” – dat was ons eigen Goudkuipje

Achtergronden van de bescherming van geografische aanduidingen

Geografische aanduidingen vallen onder het intellectuele eigendomsrecht. Het zijn een soort collectieve IE-rechten. Dat we het IE-rechten noemen komt doordat geografische aanduidingen zowel in het Unieverdrag van Parijs als in het TRIPS-Verdrag  genoemd worden als benamingen waarvoor de aangesloten landen een bescherming moeten hebben. In de EU is dat gebeurt door een Verordening. Op die manier zijn ook het Gemeenschapskwekersrecht, het Gemeenschapsmerkenrecht en het Gemeenschapsmodellenrecht geregeld.

Art. 22 TRIPS-Verdrag ligt aan de basis voor bescherming van herkomstaanduidingen. Deze bescherming worden uitgewerkt in de Europese Verordening 1151/2012 (oud 510/2006) die verdergaande bescherming voor geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen biedt voor landbouwproducten en levensmiddelen. Deze Verordening beschermt streekproducten tegen namaak. De verordening maakt een onderscheid tussen drie categorieën: de Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB), de Beschermde Geografische Benaming of aanduiding (BGA) en de Gegarandeerde Traditionele Specialiteit (GTS).

Het EU beschermingssysteem is opgezet om de diversiteit van landbouwproductie aan te moedigen, productnamen te beschermen tegen misbruik en namaak en consumenten te helpen door informatie te geven over het specifieke karakter van producten. De Europese Unie heeft daarom in 1992 een systeem in het leven geroepen voor de bescherming van landbouwproducten en levensmiddelen en wijn. Het systeem biedt de mogelijkheid om oorsprongsbenamingen, geografische aanduidingen en traditionele specialiteiten van landbouwproducten, levensmiddelen en wijn te beschermen. Voor wat betreft landbouwproducten en levensmiddelen is de regelgeving vastgelegd in de Verordeningen hiernaast. Voor wijn geldt een afzonderlijke andere Verordening.

Naar boven

Drie soorten namen

Voor landbouwproducten en levensmiddelen voorziet deze EU-Verordening daarmee in drie systemen voor het beschermen van geografische aanduidingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten, met elk hun specifieke kenmerken. Er bestaan ook drie verschillende logo’s voor dergelijke producten. Anno 2019 zijn er in totaal meer dan 1400 producten in Europa beschermd vanwege hun oorsprong, samenstelling of traditionele productiemethode. Je vindt ze allemaal op de site van de Europese Commissie.

Producten met het BOB-logo ontlenen hun bijzondere karakter aan de band met een bepaalde streek, waarbij in de productie of voor de bereiding gebruikgemaakt wordt van erkende knowhow. Deze categorie is ingesteld om namen te beschermen tegen misbruik en namaak. De producten mogen uitsluitend in de traditionele streek worden geproduceerd. Nederlandse producten met het BOB-logo zijn: Noord-Hollandse Edammer, Noord-Hollandse Gouda, Boeren-Leidse met sleutels, Kanterkaas, Kanternagelkaas, Kanterkomijnkaas en Opperdoezer Ronde (aardappel). Andere Europese BOB-producten zijn bijvoorbeeld Gorgonzola uit Italië, Blue Stilton Cheese uit Engeland, Bleu d’Auvergne uit Frankrijk, Beurre d’Ardenne en de Vlaams-Brabantse tafeldruif uit België.

Bij producten met het BGA-logo moet er in minstens één van de fasen van productie, bewerking of bereiding een relatie zijn met een bepaalde streek. De voorwaarden voor erkenning van beschermde geografische aanduidingen zijn dus soepeler in vergelijking met de beschermde oorsprongsbenamingen. Niet alleen kunnen zij ook worden erkend wanneer slechts de reputatie van een bepaald product is toe te wijzen aan de herkomst uit een bepaalde streek. Bovendien moeten productie, verwerking en bereiding niet alle drie in de bepaalde regio geschieden, maar volstaat het dat dit slechts voor één van deze aspecten het geval is. Voorbeelden uit Nederland zijn Westlandse druif, Edam Holland en Gouda Holland; voorbeelden uit Belgie zijn Geraardbergse mattentaarten, Brussels grondwitloof en Jambon d’Ardenne; bekende BGA’s in de EU zijn Danablu, Ardenner Ham en Scharzwalder Schinken.

Producten met het GTS-logo mogen met dezelfde kenmerken overal geproduceerd worden. Ze zijn echter bijzonder door hun traditionele karakter in samenstelling of bereidingswijze waarmee ze zich duidelijk onderscheiden van de andere levensmiddelen en landbouwproducten die tot dezelfde categorie behoren. Deze kenmerken kunnen verbonden zijn met de intrinsieke kwaliteiten van het product, zoals zijn fysieke eigenschappen of zijn productiemethode. Deze moeten dan wel bijvoorbeeld volgens een bepaald recept of productiemethode vervaardigd worden, maar dit kan dan overal gebeuren zonder enige geografische connotatie. Voorbeelden uit Nederland zijn Boerenkaas en Basterdsuiker; voorbeelden uit Belgie zijn Geuze en Kriek; bekende Europese producten met een GTS zijn Mozzarella, ‘Faro’, Pizza Napoletana en Jámon Serrano (Serrano ham).

Naar boven

Namen en vormen

Omdat de laatste B van BOB staat voor “benaming”, en de A in BGA voor “aanduiding” dachten we dat alleen namen dan wel logo’s in aanmerking zouden kunnen komen voor bescherming onder deze régimes. Alle voorbeelden in de vorige paragraaf zijn – in beginsel – namen van producten. Diensten komen eigenlijk evenmin voor. Maar wie weet zijn er ook Gegarandeerde Traditionele diensten als specialiteit te bedenken. Helpt u even mee.

In het merkenrecht is het object van bescherming een “teken”. Dat kan natuurlijk inderdaad van alles zijn. Het tekeningen- en modellenrecht benoemt meteen twee en drie-dimensionaal. Het handelsnaamrecht blijft achter, en beperkt zich tot namen. Althans dat dachten en denken we. Maar soms kan het verkeren. Dan wordt een BOB zomaar een BOA. En een naam een vorm. Hoe kan dat?

Naar boven

HvJEU C-490/19 van 17 december 2020 inzake Morbier kaas

Het Europese Hof besliste namelijk onlangs in enige vrijheid dat de bescherming van BOB en BGA verder gaat dan alleen de benaming van de BOB of BGA. Veel producten onder de BOB/BGA bescherming hebben een kenmerkende vorm of kenmerkend uiterlijk. Het Hof van Justitie besliste in december 2020 dat ook die kenmerken onder de bescherming kunnen vallen. Bij een “aanduiding” kan ik me nog iets voorstellen, maar bij een “benaming” echt niet.

De uitspraak gaat over de bekende Morbier kaas met natuurlijke bruine korst en een kenmerkend laagje as overdwars. Een kaas met net zulke kenmerken kan worden verboden als de consument door die kenmerken kan denken dat ook die kaas onder de BOB voor Morbier valt. Beoordeeld moet worden of het nabootsen de gemiddelde Europese consument kan misleiden, rekening houdend met alle relevante factoren van het concrete geval.

Naar boven

Een vorm als BOA, BGA, (vorm)merk of model

Je zou kunnen zeggen dat de IE-strategie m.b.t. landbouwproducten en levensmiddelen er in zeker zin een nieuwe paragraaf bij heeft gekregen. Is de vorm van een Franse kaas, een Italiaanse worst of van Brabantse Wal Asperges nu een BOB of BGA, een (vorm)merk of een model. Elk régime heeft zo zijn eigen voor- en nadelen. Ik schrijf ze nog wel eens uit. Vraag er anders maar naar bij TLG.

Naar boven

Herinnert u zich deze nog? “Ze smelten de kazen” – dat was ons eigen Goudkuipje

De associatie kwam – los van de kaas – door de ietwat strijdvaardige naam van de Franse vertegenwoordigende instantie voor het Hof. Die luidt: “Syndicat interprofessionel de défense du fromage Morbier”. De barricaden op dus! Om de kaas te verdedigen, wel te verstaan.

Naar boven