Allerlei ontwikkelingen leiden voor allerlei IE-begrippen meer en meer tot reflecties en deels zeker ook veranderingen. Naast AI (waar het hier weer eens over gaat), zijn er duurzaamheids en klimaat-argumenten. In deze blog gaat het over de “menselijke maat” in het auteursrecht (en indirect het octrooirecht). D.w.z. over creativiteit (en inventiviteit). Het zijn rekbare en overwegend subjectief benaderde criteria voor de betreffende IE-rechten. Er zijn ook andere criteria, maar die laat ik nu even rusten.
Wanneer is iets “creatief”? Wanneer is iets “inventief”?
Mijn collega Diederik Donk verdiept zich – met velen van ons – al geruime tijd in de relaties tussen AI en IE. In zijn laatste blog schreef hij daarover:
Indien een AI creatie in aanmerking wenst te komen voor auteursrechtelijke bescherming, dan geldt dat bij het maken van de AI creatie sprake moet zijn geweest van menselijk scheppende arbeid die heeft geleid tot een oorspronkelijk werk. Gelet op feit dat het achteraf lastig zal zijn om een onderscheid te maken tussen hetgeen wel of niet als gevolg van scheppende arbeid middels AI is gegenereerd, doet de maker er goed aan om het creatieve proces bij het maken van de AI creatie vast te leggen. Indien dit proces dan in het Copyright Register (www.copyrightsregister.com) wordt vastgelegd, dan kan de maker achteraf altijd bewijzen op welke wijze en wanneer het werk is gemaakt en aldus auteursrechtelijke bescherming afdwingen.
In een recent artikel in het Tijdschrift voor Internetrecht laat Dirk Visser ook nog eens zien wat het belang is geworden van (feitelijke) bewijsvragen rondom auteursrechtelijke creativiteit.
‘Het gaat hierbij evenwel om een kenmerk dat uit het voortbrengsel zelf is te kennen’. Dat overwoog
de Hoge Raad in 2008 over de voor auteursrechtelijke bescherming vereiste mate van creativiteit.
Door het gebruik van AI-systemen is de voor auteursrechtelijke bescherming vereiste creativiteit
echter niet meer uit het voortbrengsel zelf te kennen. In deze bijdrage wordt de stelling verdedigd
dat deze overweging daarom niet langer houdbaar is en wordt onderzocht wat dat betekent.
Vanouds geldt er in het auteursrecht dat er sprake moet zijn van een vormgeving die het resultaat is van scheppende menselijke
arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest. Een menselijke creatieve inbreng ligt niet alleen ten grondslag aan het Nederlands auteursrecht, maar ook aan de Berner Cnventie en aan de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie. Op grond van de AI Act, de in maart 2024 goedgekeurde EU ‘verordening artificiële intelligentie’, bestaat er een verplichting om het gebruik van AI te melden. ‘Aanbieders van AI-systemen, […], die synthetische audio-, beeld-, video- of tekstinhoud genereren, zorgen ervoor dat de outputs van het AIsysteem worden gemarkeerd in een machine leesbaar formaat en detecteerbaar zijn als kunstmatig gegenereerd of gemanipuleerd’ (art. 50 lid 2 AI Act). Zowel bij (dus verplichte) vermelding van het gebruik van AI als bij het verzwijgen er van moet de benodigde menselijke creativiteit door de betrokkene worden bewezen wanneer deze auteursrecht wil inroepen op het voortbrengsel.
Bewijs aan de hand van het vervaardigingsproces
Het bewijs van menselijke creativiteit kan dan worden geleverd aan de hand van het vervaardigingsproces. “Het tonen van bestanden, opnames en eerdere versies waaruit het proces van totstandkoming blijkt, zal kunnen en moeten bijdragen aan het bewijs dat van menselijke creativiteit sprake is geweest. Maar hoe?” Aldus Dirk Visser.
Dat maakt ons Copyrghts Register deste actueler. Met een registratie hier in kan bewijs van makerschap worden geleverd. Temeer gezien de waarborgen die bij de registratie zijn ingebouwd. Stichting Copyright Office is een stichting opgericht naar Nederlands recht om de collectieve belangen van auteursrechthebbenden te behartigen. Ons doel is om effectieve bescherming te bieden voor auteursrechthebbenden. Door gebruik te maken van een op blockchain gebaseerd Copyrights Register biedt Copyright Office verbeterde beveiliging voor makers en eigenaren van auteursrechtelijk beschermde werken en zorgt het voor transparantie met betrekking tot rechtmatige auteursrechthebbenden. Om ervoor te zorgen dat alle registraties in het Copyrights Register voldoen aan alle wettelijke eisen voor auteursrechtbescherming, kunnen registraties van auteursrechtelijk beschermde werken uitsluitend worden ingediend door specialisten op het gebied van intellectueel eigendomsrecht. Hier leest u daar meer over.
Bronnen
Bernt Hugenholtz, De kunstmatige maker: over de gevolgen van het Endstra-arrest voor de bescherming van artificiële creaties, IER september 2020, blz 276-280 (hier als pdf)
Dirk Visser, Creativiteit moet voortaan worden bewezen, Tijdschrift voor Internetrecht juli 2024 blz. 108-111 (hier de pdf)