Schept het dagboek van Anne Frank een precedent voor de digitale wereld?
Achtergrond
Het Anne Frank Fonds is van mening dat de Belgische Vereniging voor Onderzoek en Ontsluiting van Historische Teksten, opgericht in België, inbreuk maakt op haar auteursrechten in Nederland door een online editie van alle manuscripten van Anne Frank op haar website te publiceren. Deze website is in Nederland niet toegankelijk, omdat de Belgische vereniging gebruik maakt van geo-blocking. Als gevolg hiervan hebben internetgebruikers vanuit Nederland geen de toegang tot deze website. Volgens het Anne Frank Fonds is dat onvoldoende, omdat de website volgens haar nog steeds gericht is op het Nederlands publiek. Dit is belangrijk omdat het auteursrecht op dit werk in andere landen is verlopen, maar in Nederland op bepaalde delen van het dagboek van Anne Frank nog tot 2037 van kracht is.
Rechtsvraag
Het Anne Frank Fonds stelt dat, ondanks de toegepaste geoblocking, dat de werken van Anne Frank toch toegankelijk zijn vanuit Nederland via het gebruik van Virtual Private Networks (VPN) of andere omzeilingsmethoden. Hierdoor zou er sprake zijn van een “mededeling aan het publiek” in Nederland, wat een inbreuk op het auteursrecht betekent volgens artikel 3, lid 1, van de Auteursrechtrichtlijn (Richtlijn 2001/29/EG). De Vereniging betoogt dat zij voldoende maatregelen heeft genomen om toegang vanuit Nederland te blokkeren en dat zij niet verantwoordelijk is voor het feit dat gebruikers technische middelen kunnen inzetten om deze blokkades te omzeilen.
De prejudiciële vragen van de Hoge Raad
De Hoge Raad heeft inmiddels de navolgende prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU):
- Moet artikel 3, lid 1, van de Auteursrechtrichtlijn zo worden uitgelegd dat een werk dat op het internet is gepubliceerd alleen als een “mededeling aan het publiek” in een bepaald land kan worden beschouwd, indien die publicatie specifiek is gericht op het publiek in dat land? Zo ja, welke factoren moeten worden meegewogen bij de beoordeling hiervan?
- Kan er sprake zijn van een “mededeling aan het publiek” in een bepaald land indien gebruik is gemaakt van geavanceerde geo-blocking, waardoor de website met het werk alleen bereikbaar is voor het publiek in dat land door de blokkade te omzeilen via een VPN of een vergelijkbare dienst? Is het hierbij relevant in welke mate het publiek in het geblokkeerde land bereid en in staat is om toegang te verkrijgen tot de website via een dergelijke dienst? Maakt het verschil indien, naast de geo-blocking, nog andere maatregelen zijn genomen om toegang voor het publiek in dat land te ontmoedigen of te bemoeilijken?
- Moet artikel 3, lid 1, van de Auteursrechtrichtlijn zo worden uitgelegd dat een werk dat op het internet is gepubliceerd alleen als een “mededeling aan het publiek” in een bepaald land kan worden beschouwd, indien die publicatie specifiek is gericht op het publiek in dat land? Zo ja, welke factoren moeten worden meegewogen bij de beoordeling hiervan?
-
Mogelijke gevolgen
De antwoorden van het HvJ EU zullen een precedent scheppen voor de handhaving van auteursrechten in de digitale en grensoverschrijdende context. Dit kan onder andere gevolgen hebben voor:
- Internationale Publicaties: Uitgevers zullen mogelijk extra voorzorgsmaatregelen moeten nemen bij het online beschikbaar stellen van werken die in sommige landen nog wel en in andere landen niet auteursrechtelijk beschermd zijn.
- Technologiebedrijven: Aanbieders van VPN-diensten en andere omzeilingstechnologieën kunnen mogelijk als inbreukmakers op auteursrechten worden aangemerkt.
- Gebruikers: Individuele internetgebruikers moeten zich bewust zijn van de juridische implicaties van het omzeilen van geoblocking om toegang te krijgen tot auteursrechtelijk beschermd materiaal.
Conclusie
De zaak rondom het dagboek van Anne Frank en de online publicatie ervan raakt aan fundamentele vragen over auteursrecht in het digitale tijdperk. Het zal daarbij een uitdaging worden om een evenwicht te vinden tussen het beschermen van auteursrechten en het bieden van vrije toegang tot informatie. De uiteindelijke beslissing van het HvJ EU zal niet alleen deze zaak beslechten, maar mogelijk ook nieuwe standaarden zetten voor hoe we omgaan met auteursrecht en digitale toegankelijkheid op internationaal niveau.
Pim Trooster