INBREUK? NIET BLAFFEN ZONDER TE BIJTEN!
Het gebeurt regelmatig dat ondernemers die geconfronteerd worden met inbreuk op merken, handelsnamen, auteursrechten of modellen er in het begin van uitgaan dat het allemaal wel mee zal vallen. De ondernemer stuurt dan zelf een waarschuwingsbrief naar de inbreuk makende partij en neemt zich voor om pas echt tegen de inbreuk op te treden als de inbreuk zich voortzet en de ondernemer in z’n portemonnee wordt geraakt.
SPOEDEISEND BELANG
Maar pas op: als er een te lange tijd verstrijkt na het versturen van de eerste waarschuwing, dan kan dan dat een negatief effect hebben op de mogelijkheden om middels kortgedingprocedure tegen de inbreuk op intellectuele eigendomsrechten te treden.
Dit bleek ook weer uit het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 21 oktober 2025 in de zaak over de mogelijke inbreuk op de handelsnaam BIGBAGSTORE.nl die zich wilde verzetten tegen het gebruik van de naam BIGBAGSTORE.EU van een Duitse vennootschap die eveneens op de Nederlandse markt actief is.
De vorderingen van de eisende partij in kort geding zijn afgewezen, omdat de Voorzieningenrechter van oordeel is dat de eisende partij geen spoedeisend belang meer had bij de gevorderde voorlopige voorzieningen om de inbreuk te staken. Bij een kort geding is het namelijk zo dat de eisende partij moet aantonen dat hij/zij een voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorlopige voorziening. Bij het inroepen van de bescherming van een intellectueel eigendomsrecht betekent dit concreet dat er sprake moet zijn van (dreigende) inbreuk op een intellectueel eigendomsrecht als gevolg waarvan de gevraagde voorziening niet kan wachten tot een bodemprocedure is afgewikkeld.
Indien een rechthebbende na de ontdekking van de (vermeende) inbreuk te lang heeft stilgezeten, dan kan een Voorzieningenrechter als gevolg daarvan oordelen dat een spoedeisend belang ontbreekt en dat de eisende partij een bodemprocedure moet voeren. De inbreuk kan dan gedurende deze procedure voortduren met alle negatieve gevolgen van dien.
PRAKTISCHE TIPS
Al met al hebben we voor de rechthebbenden op intellectuele eigendomsrechten die geconfronteerd worden met inbreuk de volgende tips:
- Leg vast op welke wijze en door wie de inbreuk makende artikelen (of diensten) worden aangeboden;
- Doe een proefaankoop, zodat kan worden vastgesteld welke (rechts-) persoon de inbreuk makende artikelen verkoopt;
- Overleg met een advocaat of jurist met voldoende inhoudelijke kennis;
- Stuur een sommatiebrief met een duidelijke termijn waarbinnen de inbreuk moet worden gestaakt; en
- Schakel een deskundige advocaat die samen met jou een kosten/baten analyse kan maken om wel of geen een kortgedingprocedure op te starten.
JURIDISCHE KOSTEN
Voor wat betreft de juridische kosten van het bestrijden van inbreuk is het overigens zo dat bij zaken die betrekking hebben op de bescherming van intellectuele eigendomsrechten – anders dan bij andere civiele zaken – de in het ongelijk gestelde partij de volledige redelijke proceskosten van de wederpartij moet betalen. Dit betekent:
- Dat jij als rechthebbende vooraf een goede inschatting moet hebben gemaakt van de haalbaarheid om middels een procedure tegen de inbreuk op te treden; en
- Dat vooraf wordt nagegaan in hoeverre de wederpartij verhaal zou kunnen bieden voor de gemaakte juridische kosten en of het een overweging waard is om voorafgaand aan een procedure beslag te leggen.
Al met al is het zo dat een ondernemer die een inbreukmaker alleen maar waarschuwt zichzelf behoorlijk kort doet als daarna geen nadere actie wordt ondernomen.