Ook in spoedgevallen
jouw New Legal partner.
Spoednummer: 06-51 94 11 54
TLG – Kantoor AMSTERDAM

TLG – Kantoor AMSTERDAM

De Lairessestraat 107
1071 NX Amsterdam

TLG – Kantoor Den Haag

TLG – Kantoor Den Haag

Badhuisweg 84
2587 CL Den Haag

TLG – Kantoor Rotterdam

TLG – Kantoor Rotterdam

Veerkade 1
3016 DE Rotterdam

Auteur: Pien Bos Gelezen: 82

Inleiding
Het internet maakt het voor iedereen eenvoudig om een mening of ervaring met een grote groep mensen te delen. Met één druk op de knop bereikt dergelijke uitlating duizenden mensen. Dat kan positief zijn, maar het kent ook risico’s: negatieve en/of kwetsende uitlatingen verspreiden zich net zo snel.

Deze positieve, maar dus ook de negatieve, uitlatingen worden doorgaans op geen enkele wijze (vooraf) getoetst en kunnen dus (onder andere) volledig verzonnen zijn. Maar mag je eigenlijk zomaar alles online zetten?

Vrijheid van meningsuiting
Bij de juridische beoordeling van het online plaatsen van uitlatingen over derden gaat het om een afweging van twee fundamentele grondrechten:

  • het recht op vrijheid van meningsuiting, en
  • het recht op eerbiediging van de eer, goede naam en reputatie en de persoonlijke levenssfeer.

Bij de vrijheid van meningsuiting geldt als uitgangspunt dat iedereen in principe vrij is om zijn of haar mening te uiten, ook als die mening soms kwetsend of schokkend is. Toch heeft de vrijheid van meningsuiting grenzen, en dat hangt samen met het andere grondrecht: de eerbiediging van de reputatie en persoonlijke levenssfeer.

Wanneer een uitlating de reputatie of privacy van iemand anders schaadt, kan die uitlating onrechtmatig zijn.

Hoe beoordeelt de rechter een uitlating?
De vraag of een (online) uitlating onrechtmatig is, wordt door een rechter per geval beoordeeld. De rechter kijkt telkens naar alle omstandigheden van het individuele geval en betrekt deze omstandigheden bij de weging van de hiervoor genoemde grondrechten.

Zo wordt er onderzocht wat de feitelijke basis van de uitlating is. De uitlating moet met voldoende bewijs kunnen worden aangetoond of op een redelijke verdenking ten tijde van het plaatsen van de uitlating rusten. Indien de uitlating niet met voldoende feiten kan worden onderbouwd, dan is de kans groot dat de uiting als onrechtmatig kan worden beoordeeld.

Ook de aard van het medium en de context van waar binnen de uitlating is geplaatst speelt een belangrijke rol. Ernstige beschuldigingen die prominent worden gebracht op een serieus medium worden uiteraard sneller als onrechtmatig beoordeeld, dan een uitlating met mildere inhoud op een minder serieus medium.

De rechter beoordeelt de onrechtmatigheid dus aan de hand van een zorgvuldige afweging van alle relevante feiten, de ernst van de aantasting, het publieke belang en de context van de uitlating. Deze beoordeling is sterk casuïstisch en per uitlating verschillend, waarbij steeds wordt gekeken naar alle omstandigheden van het geval en de balans tussen de vrijheid van meningsuiting en het recht op eerbiediging van de eer, goede naam en reputatie en de persoonlijke levenssfeer.

Wat kan je doen bij online “bashing”?
Mocht jij het slachtoffer zijn van onrechtmatige uitingen op sociale media, dan zijn er juridische mogelijkheden:

  • Via een kortgedingprocedure kan worden afgedwongen dat de uiting wordt verwijderd en gerectificeerd.
  • In een bodemprocedure kan daarnaast schadevergoeding worden gevorderd.

Laat je wel vooraf goed adviseren, want als vorderingen worden afgewezen, dan werkt dat averechts en kan het ageren tegen uitingen uitmonden in het spreekwoordelijke “wrijven in een vlek”.